Belgische organisaties bevinden zich op een kantelpunt in hun ai-reis. Terwijl bedrijven voorzichtig de eerste rendementen op hun ai-projecten rapporteren, groeit tegelijk de druk om die investeringen nog meer tastbaar te maken. Dat blijkt uit het nieuwe Kyndryl Readiness Report, gebaseerd op een bevraging van 3.700 bedrijfsleiders wereldwijd, waaronder 100 in België.
Volgens het rapport voelt 61 procent van de Belgische organisaties meer druk dan vorig jaar om het rendement op hun AI-investeringen te bewijzen.
Toch blijft de technologie vaak steken in de experimenteerfase: 44 procent zegt dat innovaties stranden na de proof-of-concept, en de helft wijst op tekortkomingen in de technologiestack als belangrijkste oorzaak. Dat laatste is een bevinding die een infrastructuurspeler als Kyndryl al te graag in de verf zet.
Jobs veranderen
De adoptie van ai gaat bovendien gepaard met een structurele transformatie van het personeelsbestand. 85 procent van de Belgische respondenten verwacht dat AI binnen een jaar jobs ‘volledig’ zal veranderen. Toch kampen bedrijven met hardnekkige vaardighedentekorten: 44 procent maakt zich zorgen over omscholing, terwijl 39 procent cognitieve kernvaardigheden mist en 35 procent een tekort aan technische expertise ervaart.
Het rapport schetst zo een dubbel beeld: de wil om te innoveren is groot, maar veel organisaties botsen nog op hun eigen grenzen in infrastructuur, governance en talentontwikkeling.
Belgische organisaties zijn duidelijk gemotiveerd door de belofte van AI, zo vat Liesbet D’hoker, Managing Director van Kyndryl BeNeLux, het samen. ‘We zien een sterke wil om te innoveren en transformeren, maar er blijven lacunes in de paraatheid’, stelt D’hoker. ‘De weg vooruit vraagt meer dan investering’, benadrukt ze. Het vereist, volgens haar, een diepgaande toewijding om infrastructuur te moderniseren, leiderschap op één lijn te brengen en teams uit te rusten met de juiste vaardigheden.