Bij reisorganisatie Tui kiezen ze resoluut voor de publieke cloud, en meer bepaald voor een zogenaamde single cloud-aanpak. ‘Snelheid van ontwikkeling staat bij ons voorop.’ Het verhaal van een opmerkelijke reis in de cloud.
Tui gooide onlangs de organisatie resoluut om, en dat had ook zijn impact op ict. Van een regionale aanpak ging het naar een domein-gebaseerde aanpak. ‘Een van de gevolgen hiervan is dat elke business voortaan verantwoordelijk is voor zijn eigen domein. Maar wel met standaarden en afspraken, zoals het gebruik van gestandaardiseerde api’s’, vertelt Peter Timmermans, hoofd cloudtechnologie en on-premise management bij Tui.
Mede door deze omschakeling kon de reisgroep gedeeltelijk met een blanco pagina starten, en dit in de publieke cloud. Een zogenaamd lift & shift scenario werd het niet. ‘Al is het niet zo dat we sommige toepassingen helemaal opnieuw zijn gaan ontwikkelen’, geeft Peter Timmermans aan. ‘Zo werden bepaalde componenten hergebruikt, en dat zal ook in de toekomst het geval zijn.’
Single cloud
Voor de omschakeling valt TUI terug op cloudprovider AWS, waardoor het grotendeels een single cloud-aanpak hanteert. Helemaal terugvallen op één enkele cloudleverancier is niet aan de orde, en ook niet de bedoeling. Maar er is wel een gradatie van samenwerking. ‘Wij gebruiken ook Microsoft Azure, vanuit onze workplace. En Google vanuit hun web analytics. Maar met die twee hebben we vooral een relatie van afnemer van diensten. Voor ons is AWS de significante cloudprovider. Eigenlijk de enige waar wij een hechte relatie mee hebben’, oppert Timmermans.
Terwijl meer en meer concepten als hybrid cloud (een combinatie van publiek met privaat en on-premise) of multicloud (meerdere cloudproviders) opduiken in (grote) organisaties, trekt Tui dus vooral de kaart van één partij: Amazon AWS. ‘Hun open platform en standaarden waren voor ons het belangrijkste argument om met hen in zee te gaan’, aldus Timmermans. ‘Wat ook speelt is dat de ontwikkelingen bij AWS erg hard gaan. Het tempo aan innovatie dat het bedrijf ten toon spreidt met nieuwe aankondigingen is hoog.’
Eigen datacenters eruit
De keuze van Tui is er een voor cloud native, al is dat een kwestie van tijd. Eigen datacenters worden bij de reisgroep geleidelijk aan afgebouwd. ‘We willen de afhankelijkheid ten aanzien van eigen datacenters eruit. Ons reserveringsplatform bevindt zich momenteel in een datacenter van Cegeka, maar dat is een tijdelijke oplossing’, benadrukt Peter Timmermans. De toekomst van hun data bevindt zich in datacenters van AWS in Duitsland of Ierland. Rond 2023 moet de oefening voor de West-Europese regio afgerond zijn.
Heeft Tui dan geen schrik voor een zogenaamde vendor lockin, en dus om (te) afhankelijk te worden van één partij? ‘Dat is zeker een aandachtspunt. Maar we hebben het idee losgelaten om alles van de ene op de andere dag om te kunnen zetten. Snelheid van ontwikkeling staat bij ons voorop, naast security en privacy’, klinkt het. ‘We waren ook van oordeel dat als je de keuze moet maken, je er ook 100 procent voor moet gaan. Als je het halfslachtig aanpakt, zit je achteraf ook maar met dubbele kosten.’
Standaardpakketten
Voor software wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van standaardpakketten, zoals een erp-pakket van SAP in een saas-formule. ‘Voor ons reserveringsplatform nemen we zelf het heft in handen’, stelt hij.
Is er dan helemaal geen eigen lokale hardware meer bij Tui? Jawel, maar niet veel. ‘Her en der zal in de toekomst nog wel een server staan. Maar dat zal beperkt zijn en enkel dienen om werknemers te faciliteren. Dat is geen business logica.’
Vacatures
Hoe zit het tenslotte met de it-afdeling, en de bezetting ervan? Timmermans beklemtoont dat een reis naar de cloud zeker niet betekent dat het bedrijf geen it-profielen meer nodig zou hebben. Integendeel. Tui heeft minder nood aan pure infrastructuur-profielen, maar wel aan heel veel andere.
‘Onze it-afdeling is inzake medewerkers de laatste jaren flink gegroeid. En ook nu hebben we heel wat vacatures openstaan. Het blijft moeilijk om it-collega’s te vinden. Terwijl wij zelf wel met erg interessante it-projecten bezig zijn.’
