Er werd al veel gezegd en geschreven over Industry 4.0, ook wel de vierde industriële revolutie genoemd. Maar wat is het precies? Industry 4.0 verenigt eigenlijk twee revoluties in één: de technologische revolutie enerzijds, en de veranderde verwachtingen van de klant anderzijds.
Op technologisch vlak heeft vooral de opmars van cloud computing en IoT (internet of things) voor een kentering gezorgd in de maakindustrie. Met name de combinatie van een centraal sturend en opvolgend systeem met het gebruik van sensoren zorgt voor totaal nieuwe mogelijkheden. Machines die voor de productie worden gebruikt, kunnen zelf aangeven als ze tekenen van sleet vertonen of als ze defect zijn. Producten die aan de klant verkocht of verhuurd worden, kunnen dankzij ingebouwde sensoren zelf verwittigen wanneer een onderhoud nodig is, in plaats van zoals vroeger standaard een onderhoud per jaar in te plannen.
Voeg daar nog kunstmatige intelligentie aan toe, die op basis van gedragingen in het verleden een defect aan een toestel kan voorspellen, en je krijgt een omgeving die je heel wat dichter brengt bij 100 procent beschikbaarheid dan ooit tevoren, zowel voor de eigen infrastructuur als voor de afgeleverde producten.
Die grotere betrouwbaarheid en beschikbaarheid is trouwens geen overbodige luxe, want samen met de technologische mogelijkheden zijn ook de verwachtingen van de klant exponentieel toegenomen. De klant verwacht een leverancier die de bestelde producten bij wijze van spreken sneller oplevert dan ze besteld zijn. En voor de afgewerkte producten is 100 procent ‘up and running’ het absolute minimum. De lat ligt bijzonder hoog, en het belang van preventief ingrijpen op basis van de beschikbare gegevens is navenant gestegen.
Bedrijfsmodel in de lift
Door in te spelen op beide revoluties ondergaan sommige industriële bedrijven een heuse metamorfose. Bedrijven die voordien al honderd jaar met recht en reden een productbedrijf genoemd werden, transformeren ineens in een ‘people company’: niet het product staat centraal, maar de ervaring die de mensen met dit product hebben. Neem bijvoorbeeld Kone, de liftenbouwer uit Finland. Alle liften die tegenwoordig worden gemaakt, bevatten een uitgebreide set sensoren die in verbinding staan met de cloud in het hoofdkwartier. Bij symptomen die wijzen op een storing of op een dreigend defect, kan het onderhoudsteam uitrukken en het probleem herstellen nog voor de klant er iets van heeft gemerkt. Kone zegt nu trots dat ze geen liften meer verkopen maar menselijke mobiliteit. Een claim die ze dankzij de combinatie van technologieën zo goed als 100 procent van de tijd kunnen waarmaken.
Die verbeterde dienstverlening heeft ook een ‘nadeel’: als de klant tevreden is, en ze vertellen het voort, dreig je snel met een grotere vraag te kampen dan ooit tevoren, en heeft je productieomgeving nog meer moeite om bij te benen met die steeds hogere verwachtingen rond een snelle levertijd.
De vierde industriële revolutie heeft de maakindustrie veranderd als nooit tevoren, op alle vlakken. Wie de juiste technologie weet te koppelen aan de juiste klantgerichte instelling zal deze revolutie het beste overleven.
Carmina Coenen, director solution engineering bij Salesforce