Onlangs besteedde de NOS zelfs aandacht aan een 51-procentsaanval op het Ethereum Classic-netwerk. Hierbij zou omgerekend ongeveer een miljoen dollar zijn ontvreemd. Of beter gezegd: zijn herverwerkt, terug naar de entiteit die de meerdere bleek te zijn met zijn rekenkracht in het netwerk. Is dit een reëel gevaar voor grote proof-of-work-systemen of is dit niet het geval?
CryptoTesla tweette dat ‘als een [munt] niet gevoelig is voor een 51-procentsaanval, dan is de [munt] niet decentraal’. Charlie Lee, de ontwikkelaar van Litecoin, breidde de opmerking nog wat uit met ‘By definition, a decentralized cryptocurrency must be susceptible to 51% attacks whether by hashrate, stake, and/or other permissionlessly-acquirable resources. If a crypto can’t be 51% attacked, it is permissioned and centralized’, al kun je je afvragen of Lee zichzelf hiermee alvast indekt voor het geval Litecoin te maken krijgt met een 51-procentsaanval. Anderen zijn van mening dat je dit probleem ook op andere wijze kunt omzeilen, met bepaalde algoritmes bijvoorbeeld.
Al met al blijft het mogelijk om kleinere proof-of-work-cryptovaluta met een 51-procentsaanval dwars te zitten. In feite zorg je ervoor dat je ergens op de achtergrond een systeem hebt draaien met een eigen versie van die specifieke blockchain waarin je een bepaalde transactie van jezelf aan jezelf stuurt, terwijl diezelfde transactie in de vertrouwde blockchain naar iemand anders gaat (die je daar iets anders voor teruggeeft). Je moet dus ongezien meer rekenkracht parallel kunnen uitvoeren dan in het ‘normale’ netwerk zit. Op een bepaald moment maak je je ‘eigen’ blockchain met die ene transactie die jou bevoordeeld (en een ander benadeeld) de waarheid omdat die keten langer is. Wat denkt u, een reëel gevaar voor bitcoin en andere grote PoW-cryptotokens of een storm in een glas water?