Eind vorig jaar werd in Amsterdam met veel fanfare een nieuwe standaard op het gebied van consumentenelektronica gepresenteerd: Matter. Deze is ontwikkeld door de CSA – Connectivity Standards Alliance (onder andere ook van de Zigbee-standaard). Veel grote maar ook kleine partijen (driehonderd in totaal) zijn lid van deze organisatie op diverse niveaus.
Matter wil de nieuwe standaard zijn die thuisapparatuur simpel, veilig en interoperabel maakt. Een device dat Matter-gecertificeerd is, kan praten met andere Matter-apparaten en door middel van een bridge kunnen oudere apparaten ook gekoppeld worden. Software-updates in tv’s en smart speakers zorgen voor extra Matter-connectiviteit.
Doet Matter ertoe?
De vraag is natuurlijk of dit belangrijk is? In goed Engels: does Matter matter? Standaarden, zo is de algemene mening, zijn belangrijk, dat staat als een paal boven water. De nieuwe standaard voor bijvoorbeeld het opladen van je mobiele telefoon is zelfs zo belangrijk dat de Europese Commissie zich er mee heeft bemoeid. Het wordt makkelijker voor de consument als er een oplader is voor mobiele devices en daarnaast scheelt het veel elektronisch afval.
Maar de uitdaging is vaak: welke standaard dan? Een veel gehoorde opmerking luidt dat een standaard is als een tandenborstel: iedereen snapt dat je het nodig hebt maar iedereen wil zijn eigen standaard gebruiken.
Vandaar dat de Matter-standaard wel een bijzondere prestatie is want aan deze standaard hebben veel grote spelers meegedaan op allerlei niveaus: van chip tot apparatuur tot softwareniveau. Het zijn niet de minste partijen: Amazon, Apple, LG, Google, Samsung, Signify, Ikea om er een paar te noemen.
Water bij de wijn
Het ontwikkelen van een standaard is geen simpele taak. Iedere deelnemer zit daar met een opdracht: het zo veel mogelijk binnenslepen van voor zijn of haar organisatie belangrijke punten. Zeker als partijen elkaar concurrent zijn, is een dergelijke samenwerking een uitdaging. Toch is het gelukt, maar ook in de presentatie op Matter’s Global Media Conference in Amsterdam kwam naar voren dat het geen gemakkelijke uitdaging was. Iedereen die wel eens in een standaardisatie-commissie heeft gezeten zal dit beamen.
Uit persoonlijke ervaring kan ik vertellen dat er lang kan worden gesproken over zogenaamde ‘punten en komma’s’ die voor de standaard minder belangrijk zijn dan voor de bedrijven die erbij betrokken zijn. Of dat een partner de poot stijf houdt met betrekking tot een bepaalde functionaliteit die de rest wel wil. Uiteindelijk wordt er water bij de wijn gedaan en komt er een standaard uit waar men het over eens is.
Eerste Matter-devices
De eerste apparaten die Matter ondersteunen zijn:
- Lighting & Electrical
- HVAC Control
- Controllers & Bridges
- TV & Media Devices
- Blinds & Shades
- Security Sensors
- Door locks
- Software Components & Applications
Uit deze categorieën toonden leveranciers tijdens het introductie-evenement een aantal devices. Er zijn in totaal al meer dan honderd certificeringen uitgegeven. Dat aantal zal de komende maanden sterk toenemen. Tijdens de introductie stond onder andere Netatmo (onderdeel van Legrand) er met een Matter Deur en Occupancy Sensor.
Horizon?
In een volgende iteratie (gepland twee keer per jaar) komt er ook Matter-ondersteuning voor:
- Camera’s
- Robot Vacuums
- White Goods/Appliances
- Access Points
- Energy Management
- Closure Sensors
- Environmental Sensing & Control
- Smoke & Carbon Monoxide Detectors
- Ambient Motion and Presence Sensing
Waardoor Matter eigenlijk al een groot gedeelte dekt van de internet of things (iot) smart home-wereld. Het is wel duidelijk dat Matter zich echt richt op het domein van de consumentenelektronica. Een standaard voor de industrie staat nog niet op de horizon. Dit is aan partners om ook voor deze groep van devices een standaardisatie te starten.
Gezien de leden van de CSA is dit niet ondenkbaar omdat ook in de industrie de kernelementen van Matter, – veilig (secure), simpel en interoperabel -, zeer wenselijk zijn. Het domein is echter anders, niet alleen door de industriële achtergrond maar ook door de vele legacy devices die nog steeds in gebruik zijn. Het zou mijns inziens ook voor de industrie een waardevolle toevoeging zijn.
Negenhonderd pagina’s specificaties
De specificaties zijn al meer dan vierduizend keer gedownload sinds de release van de standaard. Het hoofddocument is bijna negenhonderd pagina’s en het leest niet als een spannend jongensboek, maar als een specificatie van een standaard. Taaie kost voor een consument, maar verplichte kost als je jouw devices Matter-compliant wil maken als bedrijf.
Er is een video (zie hieronder) gemaakt over wat Matter is en inhoudt. Maar liefst zes minuten lang, maar de moeite waard om te kijken. De kernwaarde ‘simpel en interoperabel’ komt er goed in uit. Met name dat Matter werkt en simpel is! Niet alleen voor de techneuten. Niet alleen controle via een app maar ook een smart speaker, tv en zo voort. Matter wil eigenlijk alle middleware-oplossingen overbodig maken.
Hoe werkt Matter?
Matter is een softwarelaag die interoperabiliteit garandeert maar ook samen werkt met oudere protocollen. Zo wordt voor de connectie met apparaten gebruikt gemaakt van Wifi, Thead, Bluetooth Low Energy en Ethernet. Het is geen vervanging van het huidige smarthome platform omdat de belangrijke partijen (Apple/Google) het ondersteunen. Maar er zullen ook specifieke Matter-devices worden uitgebracht die gebruik maken van dit platform. Devices hebben een IPv6-adres wat wordt gebruikt in de communicatie. Vanuit de architectuur ziet het er zo uit (zie plaatje).
Er komt geen specifieke Matter App, je gebruikt gewoon de app van de leverancier die Matter-compatible is. Je scant een numeriek of qr-code en met Bluetooth doe je de installatie. Vanuit de app kan je andere Matter-devices ook aansturen.
Gaat Matter een succes worden?
Dat is een kwestie van tijd (a matter of time) om deze vraag te beantwoorden. Op dit moment ziet het er gunstig uit omdat de grote en kleine spelers erbij betrokken zijn, het werkt met oude en nieuwe technologie én het de belofte brengt van eenvoud, compatibiliteit en veiligheid.
Maar de tijd zal het leren.
Rob Blaauboer is integration consultant bij Yenlo