Dat telecomoperatoren intussen ook hostingbedrijven zijn, dat wisten we al. Maar intussen is ook het omgekeerde het geval. Belgische hosters, als Combell/Sentia en Nucleus, lijken meer en meer op operatoren. Hun investeringen in dark fiber bevestigen dat.
Dark fiber is de benaming voor glasvezels in een reeds aanwezig netwerk, die nog niet in gebruik zijn genomen (en dus nog ‘donker’ zijn). Deze zijn steeds vaker een alternatief voor de klassieke managed telecom-diensten die operatoren aanbieden.
Dark fiber kan interessant zijn, ook voor de niet typische telecompartijen. Deze zomer kondigde het hostingbedrijf Nucleus bijvoorbeeld aan dat het dark fiber ging afnemen van operator Eurofiber, een gespecialiseerde aanbieder van managed dark fiber-verbindingen. Hierdoor kan Nucleus als hostingbedrijf de volledige verbinding beheren. ‘We hebben daarvoor zelfs langlopende partnerships’, vertelt David Geens, ceo van Nucleus.
In het geval van Nucleus zou het zelfs gaan om een samenwerkingsakkoord van twintig jaar. Nucleus heeft er ook redenen voor. ‘Zo beheren we ons eigen netwerk. Maar kunnen we klanten ook makkelijk een ontsluiting naar de cloud bieden, wat zeker handig is indien ze alles in onze cloud draaien of een disaster recovery plan hebben bij ons’, aldus Geens.
Netwerkspecialisten aanwerven
Het overnemen van dark fiber van telecomoperatoren is niet nieuw. Maar aanvankelijk was het vooral van tel in de telecomsector zelf, ook in ons land. Zo nam de redelijk jonge telecom provider Destiny twee à drie jaar geleden ook al dark fiber af van Eurofiber.
Maar de laatste tijd laten ook de (Belgische) hostingbedrijven zich niet onbetuigd wat betreft dark fiber. Een (ander) goed voorbeeld hiervan is Combell, het grootse Belgische onafhankelijke hostingbedrijf dat met Sentia als managed hostingbedrijf ook actief is in Nederland. Deze hostinggroep koopt dark fiber in en anderzijds maakt het ook gebruik van zogenaamde fiber multiplex, waarbij het bijvoorbeeld één bepaalde frequentie op een kabel aanschaft. ‘Wij kopen bij providers connectiviteit in en zetten die eigenhandig in op basis van onze behoefte’, stelt Stijn Claerhout, cto van Intelligent, het moederbedrijf van Combell en Sentia. Het bedrijf trok hiervoor de voorbije jaren en maanden ook de nodige netwerkspecialisten aan.
SLA voor klanten
Dat Sentia over een eigen backbone beschikt, heeft goede redenen. ‘Ons netwerk is het hart van ons hostingbedrijf en we willen op dat vlak de touwtjes volledig zelf in handen hebben en houden. Hierdoor zijn we niet alleen onafhankelijk, we kunnen ons netwerk vlot schalen’, vertelt Claerhout.
Een eigen netwerk blijkt cruciaal in functie van het garanderen van de dienst. ‘We zijn het aan onze klanten verschuldigd. Om onze strenge sla’s (service level agreements) te kunnen naleven zouden de oplostijden, die we garanderen, niet haalbaar zijn indien we telkens beroep zouden moeten doen op externe partijen om onze connectiviteit te beheren.’
Peering met andere providers
De plannen van de hostingbedrijven zijn logisch, maar niet bepaald spotgoedkoop. Het contract dat Nucleus heeft met Eurofiber is naar verluidt goed voor enkele miljoenen euro’s. Netwerkonafhankelijkheid heeft dus zijn prijs, al krijgen de hosters er wel veel voor terug.
Bij Sentia/Combell zorgen de investeringen in het netwerk bijvoorbeeld voor een backbone die over twee landen, België en Nederland, reikt. ‘Vroeger hadden wij bovendien enkel pop’s (point of presence) in ons datacenters in Brussel, maar nu ook in onze twee datacenters in Nederland’, aldus de cto. ‘Met Sentia peeren wij vandaag al met alle grote internetbedrijven, zoals Google en Microsoft, maar ook met de grote internetproviders’, aldus Claerhout. Bij peering gaat het om afspraken die gemaakt worden tussen verschillende internetbedrijven met als doel om de content vlot over het internet te laten circuleren.
Hoe meer capaciteit, hoe liever
Onafhankelijkheid is één kant van het verhaal bij de investering van de hosters in dark fiber, maar een uitbreiding van de capaciteit is natuurlijk ook van tel. Want hoe meer capaciteit, hoe beter voor de klant. ‘De aanpassing op onze backbone zorgde ervoor dat wij over 100 gigabit per seconde naar het internet beschikken’, licht Stijn Claerhoudt toe. ‘Hiermee beantwoorden wij aan de huidige en toekomstige vraag naar bandbreedte bij onze klanten. Bovendien blijven wij in netwerkcapaciteit investeren. Dat moet ook om aan de toekomstige vraag te kunnen blijven voldoen’, vertelt hij.
Het uitbreiden van capaciteit zorgt ook voor een betere dienstverlening en beveiliging. Want hoe meer capaciteit, hoe beter de beveiliging tegen zogenaamde DDoS of Distribitued Denial of Service-aanvallen, het fenomeen waarbij computernetwerken worden overladen met data. Vrij vertaald: hoe breder uw ‘pijp’ is in de richting van het internet, hoe minder snel die zal vollopen als zo’n aanval zich voordoet.
Cloud scrubbing
Het fenomeen van DDoS is een belangrijke factor bij het optrekken van netwerkcapaciteit. Toch is er meer dan alleen capaciteit van tel om DDoS te voorkomen. ‘Zo introduceerden wij ook toepassingen die zogenaamde DDoS scrubbing mogelijk maakten. Hierdoor kunnen wij vanuit ons netwerk ongewenst verkeer detecteren en afwenden, teneinde DDoS-aanvallen te vermijden, zelfs áls onze capaciteit niet voldoende zou blijken te zijn’, vertelt Claerhoudt. Ook bij concurrent Nucleus beaamt men de toenemende investeringen en inspanningen in cloud scrubbing.
Cloud scrubbing is ook een activiteit die typisch lijkt voor telecombedrijven – en waar Belgische spelers als Telenet en Proximus zich eveneens mee bezighouden. Hostingbedrijven zijn de telecombedrijven van vandaag.
