Nergens beginnen minder meisjes aan hogere ict-studies dan in ons land. Tot die opvallende conclusie komt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) in een recent rapport. België trekt in verhouding veel te weinig meisjes aan die informatica willen studeren.
In het hoger onderwijs in ons land is slechts 7 procent van de beginnende ict-studenten van het vrouwelijk geslacht. Geen enkel land uit het recente Oeso-onderzoek – dat 38 landen telt – doet slechter. De weg naar meer meisjes in stem-onderwijs, en ict in het bijzonder, is dus nog lang in België. Alle acties en sensibilisering ten spijt.
Gemiddeld bestaan, volgens de Oeso, ict-studies voor 19 procent uit meisjes. In Turkije worden de hogere ict-studies bijvoorbeeld in 29 procent van de gevallen door meisjes gevolgd, zo blijkt uit het onderzoek. Ons land hinkt in dit opzicht dus achterop.
Ingenieur
In de ingenieursstudies is de twijfelachtige eer weggelegd voor Japan, als land met het minst aantal vrouwelijke studenten. Het percentage voor Japan ligt daar op 13 procent. Het Oeso-gemiddelde is daar 24 procent aan vrouwelijke ingenieursstudenten, en dus hoger dan de 19 procent voor ict.
Zijn er ook ‘omgekeerde’ studies, waar meisjes de jongens verdringen? Absoluut. Meisjes zijn het best vertegenwoordigd in onderwijsstudies, zoals voor kleuter- en lager onderwijs. Een land als Letland telt met 11 procent bijvoorbeeld het minst aantal mannelijke studenten van alle landen en onderwijsrichtingen.
Record
Maar van alle Oeso-landen is België dus het land met in verhouding het minst aantal meisjesstudenten voor één bepaalde richting (ict dus). Dat is een record, ook al zijn Afrikaanse landen in het Oeso-onderzoek weinig of niet vertegenwoordigd.
België spant, net door haar gebrek aan startende vrouwelijke ict-studenten, ook de kroon inzake gender-dominantie. Nergens is in verhouding één geslacht zo laag vertegenwoordigd in één bepaalde studierichting als bij ons.
