De Belgische techondernemer is geen drop-out, maar vaak een afgestudeerde ingenieur. Dat blijkt uit een grootschalige analyse van Omar Mohout, scaleup director bij Deloitte, naar de opleidingen van meer dan 2.400 oprichters, medeoprichters en ceo’s in de Belgische digitale technologiesector. Zijn rapport, The Educational DNA of Belgium’s Tech Oprichters, prikt een hardnekkige mythe door.
‘Vergeet de Silicon Valley-mythe van de drop-out founder: in België heeft minder dan drie procent van de oprichters geen hoger onderwijs afgerond’, stelt Mohout. Waarmee hij tegelijk ook eerder onderzoek bevestigt.
De studie van Mohout toont aan dat ingenieurs het Belgische techlandschap domineren. ‘De sterkste voorspeller van leiderschap in Belgische digitale technologie is een ingenieursdiploma – vooral burgerlijk ingenieur, goed voor 22 procent van alle oprichters’, aldus Mohout. In Leuven loopt dat aandeel zelfs op tot 45 procent, tegenover 10 procent in Antwerpen, waar de opleiding niet wordt aangeboden.
Leuven en Gent als twin towers
De talentenstroom is bovendien opvallend geconcentreerd. KU Leuven en UGent leveren samen 36 procent van alle Belgische techoprichters. Ze vormen wat Mohout omschrijft als de ‘twin towers of talent’.
Naast ingenieurs duiken ook andere profielen op: 12 procent van de oprichters heeft een PhD of doctoraat, terwijl handelsingenieurs en economen respectievelijk 7 en 6 procent vertegenwoordigen. Computerwetenschappers blijven vaker in cto-rollen. ‘De mythe van de zogenaamde nerd is echt, maar leidt vaak tot briljante samenwerkingen tussen de specialist en de strateeg’, oppert Mohout.
Diversiteit
Ongeveer 9 procent van de oprichters-CEO’s in de Belgische technologiesector is van buitenlandse afkomst en vertegenwoordigt meer dan 50 nationaliteiten. Buitenlandse ondernemers hebben ook twee keer zoveel kans om een doctoraat te hebben (20 procent tegenover 12 procent).
Ondanks het overwicht van technische diploma’s laat de dataset volgens Mohout ook een verrassende diversiteit zien: ‘Belgische oprichters hebben achtergronden als arts, piloot, militair officier, detective, verpleegkundige, filosoof, architect en advocaat.’
Al besluit Mohout ook met een soort van disclaimer: opleiding blijft weliswaar een sterke voorspeller, maar vertelt niet het hele verhaal. ‘Wat uiteindelijk telt, is het vermogen om problemen op te lossen – en de nieuwsgierigheid en veerkracht om echte impact te maken, ongeacht je achtergrond.’
