Wearables waren de toekomst, maar zijn nu weggezakt. De kansen lijken verkeken. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Wearables waren de afgelopen paar jaar de grote hype en belofte. Begin 2016 op elektronica- en it-beurs CES wemelde het van de smartwatches, slimme fitnessarmbanden en andere draagbare gadgets. Op de net afgelopen 2017-editie van CES waren er nog wel wearables, maar de verwachtingen voor dit jaar waren gematigd. Het marktmomentum is namelijk nogal ingezakt.
Zo is pionier Pebble ten onder gegaan en opgekocht door concurrent Fitbit. Laatstgenoemde heeft vervolgens nog smartwatchmaker Vector overgenomen. Gezonde marktontwikkelingen? Nee, een stilvallende markt. Zo ziet boegbeeld Apple de afzet van zijn iWatch ook dalen: van 3,9 miljoen een jaar geleden naar 1,1 miljoen in het derde kwartaal, aldus IDC. Apple-ceo Tim Cook gaf er nog een positieve draai aan door te stellen dat volgend kwartaal het beste ooit wordt. Een rake prognose, of optimistische marketingwoorden? Wearables zijn nogal passé. Wat vind jij?
Akkoord … en ook weer niet akkoord! Als je de hype rond wearables bekijkt vanuit consumer standpunt, dan volg ik de redenering dat ze hun kans hebben gemist. Wat vorig jaar immers nog als ‘the next big thing’ werd gezien, komt vandaag eigenlijk alleen maar neer op het hebben van een extra gadget of scherm. Tot zover de redenering waarmee ik akkoord ga. Als je echter denkt aan wearables in een bedrijfsomgeving, dan hebben ze nog niet eens een kans gekregen. Daar ligt immers een gigantische opportuniteit. Denk aan korte, snelle, dagdagelijkse acties waarvoor je een smartphone moet gebruiken, die zou je gemakkelijk met een smartwatch via één simpele touch kunnen afvinken. Ideaal als ondersteuning als het gaat om magazijn- en stockbeheer of als tool voor koerierdiensten, …. Voor mij komt het er dus niet op aan om te kijken wat een technologie als wearables kan, maar wel wat mensen ermee kunnen. Dus mijn advies…geef ze toch nog een kans!