De regering-Trump is van plan om licenties uit te geven waarmee Amerikaanse bedrijven weer zaken mogen doen met het Chinese Huawei. Dat schrijft de New York Times. Het gaat wel om ‘niet-gevoelige’ goederen, zo weet de krant van anonieme bronnen.
De nieuwe episode in de Huawei-saga lijkt er vooral op gericht om de spanningen tussen de VS en China te verlichten. Deze week zitten de twee landen weer aan tafel om te onderhandelen rond hun handelsoorlog.
Vorige week zou president Trump groen licht gegeven hebben om bepaalde Amerikaanse bedrijven weer handel te laten drijven met Huawei. Eerder dit jaar had de president dit nog verboden, waardoor Huawei werd afgesloten van bijvoorbeeld Google-software en chips van Micron. Technisch gezien is die ban zelfs nog niet in werking getreden, er geldt nu enkel nog maar een tijdelijke tussenmaatregel die eigenlijk op hetzelfde neerkomt.
Aanvankelijk had een verlichting van het Huawei-verbod er al deze zomer moeten komen, na een ontmoeting tussen Trump en zijn Chinese ambtgenoot Xi Jinping in Japan. Maar zo ver kwam het nooit.
Trump heeft ook nog publiekelijk gedreigd om voor 250 miljard dollar tariefverhogingen door te voeren op Chinese goederen. Binnen de regering zijn er echter een groot aantal leden dat daar geen heil inziet, zegt de New York Times. Zij mikken op beperktere sancties en hopen op een snelle oplossing van het handelsconflict dat al meer dan een jaar aansleept. Het toekennen van nieuwe licenties aan Huawei moet in dat licht gezien worden als een gebaar van goede wil.
Of deze nieuwe stap in de praktijk veel verschil zal uitmaken, valt nog af te wachten. Veel Amerikaanse bedrijven proberen achterpoortjes te vinden om nog steeds te kunnen leveren aan Huawei, onder meer door goederen te verkopen die niet in de VS worden geproduceerd.